Nederlands: Tegel
Geglazuurde tegel
Gele tegel van geglazuurde gebakken klei. De tegel is verzameld als onderdeel van een serie materialen en gereedschappen die het ambacht van mozaïekmaken in alle stadia laat zien (3782-206/230 en 3782-234/243). De tegels zijn basismateriaal voor de mozaïekmaker, die figuren snijdt uit de geglazuurde tegel en deze tot allerlei patronen samenvoegt. De tegelmaker en mozaïekmaker zijn verschillende ambachtslieden.

De tegels gebruikt men bij de vervaardiging van mozaïeken waarmee men de interieurs van huizen, moskeeën, badhuizen en paleizen verfraait. In Marokko gebruikte men vroeger deze tegelmozaïeken in vrijwel alle huizen en gebouwen in de stad. Oorspronkelijk waren ze met name te vinden in paleizen en moskeeën.

Vervaardiging Door de tegelfabrikant vervaardigd. De grondstof van de tegel bestaat uit een mengsel van leem (vrij fijn en egaal van structuur) en een bepaalde hoeveelheid rivierzand en water (Joly 1906: 271 ff). Een houten vorm (3782-206) wordt met deze klei gevuld. Met een lat wordt het overtollige weggestreken. Na verwijdering van de mal blijven twee ruw gevormde kleitegels over. Deze worden met een houten plak (3782-207a) platgeslagen op een houten blok. Daarna wordt er een afgeknot pyramidevormig blok (3782-207c) op gelegd en met een soort spatel (3782-230) snijdt men de uitstekende kleiranden langs het blok af.

De vierkante kleitegel wordt te drogen gelegd (zie 3782-207b) en vervolgens gebakken in een oven (zie 3782-244). De tegel wordt nu bedekt met een substantie van lood en chemicaliën (zie nrs 3782-234 t/m 238) en ondergaat tenslotte een tweede bakproces. Joly 1906 vermeldt een bakking na het drogen en een tweede bakking na het met glazuursmeersel bedekken. Zie ook objecten 3782-209a/c voor drie verschillende stadia van de vervaardiging van tegels.
1968
Afmetingen: circa 12 x 12cm (4 3/4 x 4 3/4in.)
Verzameld door Josephine Powell